Grammaticale functies

Wat is de functie van de onderstreepte woorden / woordgroepen?

  1. Ik weet niet waar hij heen gaat (lijdend voorw. / bijw. bepaling).
  2. Ik volg hem waar hij heen gaat (lijdend voorw. / bijw. bepaling).
  3. De hoop dat hij nog leeft lijkt ijdel (lijdend voorw. / bijvoeglijke bepaling).
  4. Ik vind hem sympathiek, want hij helpt iedereen (bijw. bepaling / geen functie).
  5. Ik vind hem sympathiek, omdat hij iedereen helpt (bijw. bepaling / geen functie).
  6. Hij heeft de deur groen geverfd (bijvoeglijke bepaling / bijw. bepaling) / bepaling van gesteldheid).
  7. Wat (onderwerp van de hele zin / lijdend voorw. van de bijzin) hij zegt is waar.
  8. Wat (bijwoordelijke bepaling / naamw. deel van het gezegde) is de prijs van dat horloge?
  9. De soldaten op het dak vuurden op de menigte (bijw. bepaling / bijv. bepaling)
  10. De soldaten, die op het dak het dak lagen, vuurden op de menigte (bijw. bepaling / bijv. bepaling)
  11. Hij wachtte op zijn buurman (bijw. bepaling / voorzetsel voorwerp / meew. voorwerp)
  12. Hij kookte de aardappelen tot moes (voorzetsel voorwerp / bepaling van gesteldheid)
  13. Dat ontging Jan (meewerkend vw. / ondervindend voorwerp)
  14. Die collectant is van de voetbalclub (bijwoordelijke bepaling / naamwoordelijk deel van gezegde)
  15. Hij gaf het boek aan de buurman (meewerpend voorwerp / voorzetselvoorwerp)
  16. Hij denkt nog vaak aan de buurman (meewerpend voorwerp / voorzetselvoorwerp)
  17. Mijn buurman, een wereldberoemd oplichter, is er met het geld vandoor (bijvoeglijke bep. / bijstelling)
  18. Mijn buurman, die een wereldberoemd oplichter is, is er met het geld vandoor (bijvoeglijke bep. / bijstelling)
  19. Mijn buurman heeft de benen genomen (deel van het gezegde / lijdend voorwerp)
  20. Het woord 'nicht' heeft meerdere betekenissen (bijvoeglijke bepaling / onderwerp)
Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-Share Alike 2.5 License.